Het drinken van rauw, vers sap van vruchten, groenten en wilde planten of kruiden is een echte aanrader. Vooral indien je teveel, te snel of verkeerd eet en weinig beweegt. Start je dag daarom geregeld met een goed gekozen dosis sap. Vers sap bevat immers een schat aan vitaminen en mineralen en maakt ons lichaam dus schoon, fit en gezond.
Waarom het sap en niet de hele vrucht?
De hele groente, vrucht of plant rauw eten blijft vanzelfsprekend de voorkeur genieten. Maar er zijn tijden en omstandigheden die om meer vragen. Zoals ziekte, herstel, hoge leeftijd of moeilijke eters. En niet te vergeten, de populairste kwaal van vandaag: tijdgebrek. Een kilo fruit of groente opeten wordt al snel een hele klus, terwijl een glaasje sap er een stuk makkelijker in gaat. Bovendien kauwen we met zijn allen onvoldoende. Daardoor komen de waardevolle stoffen niet altijd vrij. Wanneer we sap persen uit een groente of plant wordt de celwand of cellulose opengebroken en nemen we alle kostbare stoffen meteen op. En dat is en blijft toch de bedoeling.
Sterk, sterker, sterkst
Vruchten bezitten het minst kracht, groenten meer en wilde planten of kruiden tenslotte werken het sterkst. Hoe komt dat? De uitleg is eenvoudig. De vruchten en groenten die wij nu kennen zijn lang geleden allemaal afgeleid van wilde planten. Dankzij de speciale zorg van de telers zien zij er vandaag mooier, groter en smakelijker uit dan ooit. Maar aan die veredeling zit een keerzijde. Die bestaat uit een fikse vermindering van kwaliteit en actieve kracht.Gelukkig zijn er nog altijd wilde planten en kruiden te vinden.
De stille kracht van de wilde plant
Waarom is een wilde plant nu sterker dan haar geteelde collega? Omdat ze enkel daar wortel schiet waar de omstandigheden voor haar ontwikkeling het best zijn. We zouden dus kunnen zeggen dat een wilde plant zelf haar groeiplaats kiest opdat het haar aan niets zou ontbreken. Bovendien is het zo dat enkel de sterkste planten overleven. Zij zuigen het voedsel uit de bodem weg ten nadele van het zwakkere kruid dat afsterft. Een wilde plant is dus altijd een sterke plant waar je weinig van nodig hebt. Hier garandeert een kleine inname een groot resultaat. Een eetlepel sap van wilde planten of kruiden staat bijgevolg gelijk aan een half glas groentesap of een vol glas fruitsap. Wilde planten of kruiden zoals brandnetel, paardebloem of zuring bijvoorbeeld, pluk je beter niet langs de kant van een openbare weg die bezoedeld werd door uitlaatgassen. Zoek ze liever in je eigen tuin of in een bos of op een braakliggend stuk grond. Daar kon het kruid immers ongehinderd zijn gang gaan.
Tips om sap van goede kwaliteit te persen
- Kies indien mogelijk, onbespoten vruchten en groenten van eigen kweek of biologische kweek.
- Spoel alles schoon onder stromend water.
- Moet je je behelpen met bespoten materiaal? Dompel dan kort onder in water waaraan wat azijn is toegevoegd, zo neutraliseer je het meeste gif.
- Schil vooral niets. Gebruik je bespoten materiaal, weet dan dat het gif ook tot diep in de vrucht of groente zit. Laat de schil dus zitten want vlak eronder bevinden zich vaak de beste stoffen.
- Snij de aangetaste delen weg.
- Maak alle vruchten, groenten en wilde planten slechts fijn vlak voor je ze gaat persen. Anders gaat er onvermijdelijk een schat aan werkzame bestanddelen verloren.
- Kies goed rijpe waar. Het materiaal mag niet onrijp noch overrijp zijn.
- Hou het in het begin simpel. Laat je vooral niet verleiden tot het maken van allerlei gedurfde combinaties die je na één slok als ondrinkbaar bestempelt. Je kan de groenten- en fruitsappen best puur opdrinken. Wilde planten en citroen vragen een andere aanpak. Daarvan voeg je best een halve soeplepel toe aan een simpel maar beproefd mengsel. De helft appelsap en rode bietensap is er zo een. Of, de helft wortelsap en appelsap. Bij een dergelijk basismengsel kan je eigenlijk elk sap naar keuze toevoegen.
En tot slot: drink het bekomen sap op met kleine slokjes. Giet de kostbare vloeistof niet in één keer door je keel. Vermijd file in je maag. Je lichaam haalt meer uit twintig slokken dan uit één haastig doorgeslikte plas. Proost!
