Eten doen we allemaal. Omdat we voedsel nodig hebben om overeind te blijven. En minstens zo belangrijk: om ons lichaam te laten uitvoeren wat we zo graag willen doen. Voedsel is een vorm van energie die meebepalend is voor de kwaliteit van ons bloed, leven en welzijn. Als het woord voedsel valt, denken we automatisch aan eten en drinken. En dat is alleen maar normaal. Ons lichaam vernieuwt zich immers elke dag dankzij de inbreng van eten en drank. Toch is het nuttig hier nog eens te benadrukken dat we ook voedsel en dus energie tot ons nemen via andere kanalen. Langs de huid bijvoorbeeld. Gels die actieve stoffen bevatten, kunnen gewoon op de huid gesmeerd worden. Van daaruit belanden ze in de bloedbaan en het verder lichaam waar ze hun werking ontplooien. Hetzelfde geldt voor injecties. En dan zijn er natuurlijk nog onze andere zintuigen zoals de ogen, oren en neus die eveneens invloed uitoefenen op ons welbevinden. Samen zorgen zij ervoor dat we kunnen zien, horen, smaken, voelen en ruiken. Onze zintuigen vormen dus belangrijke poorten waarlangs energie tot ons komt. Gewenst of ongewenst. Want wij hebben vaak geen controle over wat we horen, zien, ruiken of voelen. Die veelal ongevraagd instromende energie kan goed, minder goed of ronduit slecht zijn voor ons. Denk maar aan het gezegde: iemand niet kunnen horen/zien/ruiken. Word je gedwongen dag in dag uit samen te leven of te werken met iemand die je niet kan horen, zien of ruiken? Dat kan zelfs ziekte tot gevolg hebben. Als jij je nu afvraagt hoe je kan weten of een binnenkomende energie via de zintuigen goed of niet goed is voor jou, volgt hier het antwoord. Observeer je lichaam, gevoelens en gedachten. In één of meerdere tegelijk van die gebieden, ontdek je het resultaat veroorzaakt door een bepaalde input. Dat resultaat vertelt je ondubbelzinnig of de overeenkomstige input wel of niet oké was voor jou. En het kan zelfs zo vervullend of overweldigend zijn dat het je behoefte aan eten en drinken tijdelijk onderdrukt.
Opname van voedsel via de vijf zintuigen
- Langs de oren: Muziek bijvoorbeeld kan je beroeren, helemaal vullen. Maar er zijn soorten muziek. De ene soort kan je dusdanig opvrolijken en vitaliseren dat het met je humeur en energie dadelijk crescendo gaat. En met een beetje geluk, zelfs voor de rest van de dag. Maar er is ook muziek die in jou een triest, pijnlijk of onbehaaglijk gevoel kan oproepen. Slechte in- en output hier, want je zet je dag dan gegarandeerd verder met een irritant gevoel dat je maar niet kwijtraakt. En nog belangrijker: een gevoel dat een negatieve gedachtestroom op gang kan brengen.
Hoor je de stem van iemand die je nauw aan het hart ligt? Of denk eraan? Voel hoe die stem je kan geruststellen en/of activeren.
Iemand beledigt je. Die belediging kan via je trommelvlies naar je buik, hart, hoofd of maag gaan, waar ze blijft hangen, liggen, duwen, kloppen,trekken of wringen. Kortom: niet verteerd of geassimileerd wordt op de juiste manier. Hier krijgen we dus een slechte in- en output. Iemand geeft je een compliment. Je krijgt vleugels plus een instant boost. Het gevolg? Je bent goedgezind en welwillender tegenover iedereen. Omdat een goede invoer een positief effect oplevert. - Langs de neus:Bepaalde geuren kunnen ogenblikkelijk nare herinneringen in je oproepen of daarentegen herinneringen aan voorbije mooie tijden of gebeurtenissen. Plus de bijhorende gevoelens en gedragingen. Geuren kunnen je ook waarschuwen voor een persoon of situatie.
- Langs de tastzin: Iemand kan je strelen of masseren waardoor je heerlijk ontspannen of daarentegen lekker opgewonden raakt. Maar men kan je ook een klap verkopen of in je bips knijpen. Ook dit oefent een invloed uit op je lichaam, gevoel en geest.
- Langs de ogen:Er kan iemand op je afkomen die je liever niet ziet. Je voelt hoe je maag keert en je krijgt een vluchtreflex. Andere personen kunnen een warm of vertrouwd gevoel in je teweegbrengen. Soms is een foto al voldoende. Of…een sms’je. Hen zou je willen omarmen of opeten (indien dat kon).
Beelden die je ziet via de multimedia kunnen je misselijk, blij, verdrietig of kwaad maken. Ze kunnen je ontroeren, ontmoedigen, van afschuw vervullen, vitaliseren, ontkrachten… En het resultaat van die inbreng zal je voelen in je lichaam of gemoed.
Omgaan met binnenkomende energieën en hun resultaat
Wat je in je mond stopt, blijft belangrijk omdat je over dit voedsel de grootste controle hebt. Want over de input via je ogen, neus of oren heb je veel minder controle. Je kiest immers niet altijd welke beelden er op je netvlies vallen of welke stemmen, boodschappen, muziek of andere geluiden tot je komen.
- 1. Ontdek het verband tussen wat binnenkomt via de zintuigen en het gevolg daarvan. Let op het resultaat dat het gevolg is van een bepaalde input. Telkens opnieuw. Dat resultaat kan onmiddellijk of vrij snel komen of daarentegen dagen, maanden of jaren op zich laten wachten. Eet je vijf onrijpe appelen na elkaar, dan is de kans groot dat je een paar uren later buikpijn krijgt. Of: iemand die veel drinkt, kan twintig minuten later een verkeersongeval met dodelijke afloop veroorzaken. Of hij of zij kan twintig jaar later sterven aan levercirrose.
- 2.Wees kritisch en authentiek. Wat qua input goed is voor een ander, is daarom niet noodzakelijk positief voor jou. Dat betekent dat je oplettend moet blijven tegenover de overtuigingen die jou inspireren en tot handelen aanzetten. Meestal komen die overtuigingen en meningen niet uit jezelf. Je neemt gewoon de input over die je opgedrongen werd door je opvoeders, de maatschappij of één of andere religie of ideologie. Bevrijd je ervan. Geef ruimte aan je eigen mening en volg die.
- 3. Stel je open voor de manier waarop de output of het resultaat zich manifesteert. Voel daartoe hoe weerstand gecreëerd wordt op verschillende plaatsen en manieren in je lichaam. Dat kan bijvoorbeeld onder de vorm van acute hoofdpijn, nekpijn of een vreselijk humeur. Misschien raakt je maag wel van streek of krijg je keelpijn of last bij het slikken. Je kan evengoed overvallen worden door fysieke of mentale (piekeren, herkauwen van een situatie) diarree. En zelfs door fysieke of mentale (dwanggedachten) constipatie. Je kan het koud krijgen of je verdoofd voelen, enz. Er zijn heel veel verschillende signalen mogelijk. Negeer ze niet, je welzijn hangt er van af.
- 4. Bewaak zoveel mogelijk de ingangspoorten. Vaak heb je geen keuze omtrent hetgeen binnenkomt via de lichaamspoorten. Je kan wel kiezen wat je in je mond stopt, dat spreekt vanzelf. Maar je weet daarom nog niet hoe het met de kwaliteit van het voedsel gesteld is. Je kan echter even vaak wél kiezen. Je hoeft geen contact te houden met mensen die je niet lust en omgekeerd. Je hoeft niet te gaan waar je niet graag gaat, indien niet strikt nodig. Je hoeft niet te luisteren naar de radio of teevee te kijken. Daarover beslis je dikwijls zelf. Teveel verschillende indrukken opnemen via al je zintuigen tegelijk kan je hoofd en lichaam overbelasten en uitputten. Vooral als dit gedurende langere tijd achtereen gebeurt, zonder inlassing de nodige rust- en verwerkingstijd.
- 5. Verander je houding tegenover een foute output als gevolg van een foute input. Vaak kan je niet onder een bepaalde invoer en zijn resultaat uit. In een werksituatie of bij een familiaal gebeuren bijvoorbeeld. In plaats van erover te jammeren of te foeteren en het resultaat te bevechten of te verwensen, kan je proberen hier een andere weg kiezen. Je kan je afvragen wat deze aanhoudende situatie jou probeert te vertellen. Omtrent jezelf. Altijd eerst en vooral omtrent jezelf. Op meer dan één niveau zelfs. Kijk, luister, voel en leer. De keuze is aan jou.
